ga naar...

vrijdag 4 maart 2016

Mijn curriculum wiskunde

Wiskunde is in het 6de leerjaar - vlak voor de overstap naar de secundaire school - een vak waarbij je grote verschillen ziet tussen leerlingen. Sommige kinderen werken snel, andere trager. Sommige leerlingen zien na een klassikale instructie in hoe iets moet, andere leerlingen hebben na twee tellen al inzicht in de leerstof. Bij de ene leerling moet je schouderklopjes geven, motiveren en vertrouwen schenken door samen kleine stapjes te zetten. Een andere leerling huppelt door de oefeningen en heeft honger naar meer en moeilijker.

Mijn collega's Greet en Ann, en ikzelf doen ons best om de kinderen zoveel mogelijk te geven wat ze nodig hebben. Daarom werken we sinds een drietal jaar tijdens de wiskundeles aan verschillende snelheden, elk in onze eigen klas.
Bij de start van de wiskundeles zetten de snelle, sterke leerlingen zich achteraan in een groepje. Zij werken zelfstandig en gebruiken daarbij het bundeltje dat je hieronder vindt. Ondertussen geven we de gewone klassikale instructie aan de grote groep. Na de instructie gaan de kinderen die er vertrouwen in hebben aan de slag in hun werkboek, eventueel met een rekenpartner. De kinderen die moeite hebben met wiskunde of onzeker zijn, krijgen daarna nog extra ondersteuning.
Bij deze werkvorm hebben we het gevoel dat alle kinderen goed aan het werk zijn.

De kinderen die wiskunde leuk vinden en goed kunnen, hebben dus vaak niet de hele lange uitleg nodig om te begrijpen wat van hen verwacht wordt. Daarom gebruiken zij dit bundeltje. Wanneer ze achteraan gaan zitten, kijken ze bij de les van vandaag, bijvoorbeeld les 1. Het vakje bij instructie is leeg, ze hoeven dus niet naar de klassikale uitleg te luisteren. Ze moeten wél de QR-code scannen met de iPad. Die brengt hen naar één van de flipfilmpjes, die ik een paar jaar geleden maakte voor uitgeverij Plantyn. Ze krijgen zo toch een ultrakorte instructie, voor hen genoeg om aan de slag te kunnen. In het bundeltje lezen ze ook welke oefeningen ze moeten maken: bolletje 1 en 2 (basisleerstof), en driehoekje 1 (uitbreidingsleerstof). Ze verbeteren de oefeningen zelf met de correctiesleutel.



De QR-codes zijn natuurlijk ook goed te gebruiken als je de filmpjes als huiswerk wilt geven. Dan is er in de klas nog meer tijd voor inoefening, vragen en uitbreiding. Ook hoogbegaafde leerlingen kunnen hiermee vanzelfsprekend aan de slag. Zij scannen de code enkel als ze vastlopen bij een oefening en extra uitleg willen, en ze maken uitbreidings- in plaats van basisoefeningen.

Meer hierover:
- Geflipt
- Drie, twee, een... flip!
- Flip de klas @ Plantyn
- Artikel op Leerrijk.be (31/1/2016)